Selecteer een pagina

Vandaag moest mijn auto voor een jaarlijkse onderhoudsbeurt naar de garage. Omdat ik geen geld wilde verspillen aan vervangend vervoer en er niemand voorhanden was om mij op te halen, had ik bij het maken van de afspraak aangegeven dat ik zou wachten. Het zou ongeveer anderhalf uur duren. Gewapend met het ochtendblad en mijn boek meldde ik me om 9 uur bij de receptie. Een vriendelijke meneer nam de autosleutel van mij over en begeleidde mij naar een sfeervolle zithoek, aan de rand van de showroom. Hij zette een vers kopje cappuccino voor me en gaf aan dat ik, als ik trek kreeg, een koffiebroodje kon pakken, uitgestald onder een stijlvolle glazen stolp. Helemaal tevreden nestelde ik me in een comfortabele stoel, omringd door de heerlijke geuren van gloednieuwe auto’s, dampende koffie en verse koffiebroodjes. Wat een luxe zo midden op een doordeweekse ochtend! En wat een verschil met nog niet eens zo heel lang geleden, toen ik in een naar olie stinkende garagekantine, op een goedkoop klapstoeltje aan een plakkerig tafeltje, probeerde om slootwater uit een plastic bekertje te drinken, terwijl ik wachtte op een bandenwissel. Daarmee vergeleken was dit het paradijs.

“Wilt u nog een kopje cappuccino mevrouw?” Nou graag! Ik zat inmiddels al een uur lekker te lezen, dus mij hoor je zeker niet klagen! Ik verkeerde in een perfecte wereld. Ik keek met een voldaan gevoel toe hoe de jonge verkoper (ik schatte hem rond de 30 jaar) het verse kopje koffie voor mij neerzette en het vuile kopje van een andere klant, die net weg was, opruimde. Vervolgens kwam hij met een kraakhelder vaatdoekje terug en veegde handig en snel de tafel schoon. Hij zag dat ik hem, vanaf mijn wolk van opperst geluk, gadesloeg. “Dit doe ik thuis nooit hoor, dáár heb ik het vrouwtje voor”… In één klap donderde ik naar beneden. Weg was mijn illusie van een perfecte wereld. Dát had je nou niet moeten zeggen!