Selecteer een pagina

Ieder jaar opnieuw, bij het kijken naar de dodenherdenking op de Dam, ben ik lichtelijk gespannen. Zouden ze het tijdschema wel halen? Komen de koning en koningin wel op tijd dat paleis uit? Blijft Maxima niet met een naaldhak tussen de kinderkopjes steken? Valt er niemand in de erehaag flauw? Laat Alexander die krans niet per ongeluk uit zijn handen vallen, waardoor hij zo meteen nog staat te hannesen met die linten, terwijl de klok al 8 uur slaat?

Altijd weer opgelucht om te zien dat de twee minuten stilte beginnen, precies op het moment dat al deze plichtplegingen keurig op tijd zijn afgerond. Om meteen weer overspoeld te worden door een nieuw soort spanning. Blijft het wel stil? Gaat er niemand schreeuwen? Rijdt er geen voertuig onverwacht de Dam op? Hoor ik daar een sirene? Vliegt er niet plots een helikopter over? Pleegt er niet iemand een aanslag? Ik moet mijn gedachten met kracht de kant van herdenken opduwen.

Ik denk aan mijn oom Gerard die ik nooit gekend heb. Hij was een peutertje, bij zijn moeder op schoot, toen hun Limburgse huis in oktober 1944 door de Engelsen abusievelijk werd gebombardeerd. Scherven doorboorden hem, waardoor hij niet alleen het leven van zijn moeder, mijn oma, redde, maar ook dat van het ongeboren kind in haar schoot, mijn tante Els. Ik denk ook aan mijn vader, die als 9-jarige jongen die zondagochtend toevallig bij de overburen was en daar in de schuilkelder kon duiken. Hij is er even later getuige van dat een buurman, uit de grote stoffige puinhoop die net nog hun huis was, een klein, levenloos bundeltje in een deken naar buiten draagt. Aan de schoentjes die eronderuit steken, herkent hij zijn kleine broertje Gerardje. Een macaber schouwspel, dat hem aan de grond vastnagelde, zoals hij het zelf later beschreef.

Een schouwspel dat we tegenwoordig helaas dagelijks op het nieuws voorbij zien komen. Mijn gedachten gaan naar al die kinderen in Oekraïne die nu, 78 jaar later, hetzelfde moeten meemaken. Zware bombardementen, dood en verderf, woonhuizen in puin, een leven in angst. En naar al die andere kinderen in oorlogsgebieden waar ook ter wereld. Oh wat gun ik hen een leven in vrede! Een leven waarin ze onbezorgd gewoon kind kunnen zijn.

Vandaag, 5 mei, gaat de vlag uit. Voor een leven in vrijheid. Anders dan in voorgaande jaren voel ik nu veel intenser hoe ontzettend belangrijk dat is. Vrijheid is een heel groot goed. En we kunnen er helaas niet zondermeer vanuit gaan dat het er gewoon altijd maar is. Dus koester het en vier die vrijheid!